Op dinsdagmorgen 1 april gaan we van 10.30-12.00 uur in het Dorpshuis aan de slag met het Bijbelverhaal
uit Jesaja 53 over de “lijdende k n e c h t des Heren”. Zo luidt het opschrift in de verschillende Nederlandse
vertalingen. Als jongere herinner ik mij, dat over dit hoofdstuk van de profeet Jesaja, elk jaar wel op één
van de zeven zondagen in de Lijdenstijd (tegenwoordig heet het de 40-dagen tijd!) gepreekt werd. De situatie rond Jesaja 53 is, dat de tempel in Jeruzalem is verwoest en wat er over is van het volk Israël, door
de machthebbers van Babel in Babylonische ballingschap is gevoerd. Tijd van trauma’s en depressies en de vraag: hoe nu verder? Zullen ze maar meedoen (assimileren) met de Babylonische leefstijl? Is er nog
troost, bemoediging, iets dat/iemand perspectief biedt? Dan heeft de profeet Jesaja het over ‘mijn
K n e c h t!’ Zo begint Jesaja 52: 13 (de slotverzen van Jesaja 52 horen bij Jesaja 53). Wie is die K n e
c h t ? De rabbijnen: jullie christenen zeggen – en vullen onmiddellijk vanuit jullie christologisch lezen
van het O.T. in: – JEZUS! Rabbijnen: is dat zo? Voorspelt Jesaja hier Jezus?
Wij gaan dus de tekst van Jesaja 53 opnieuw lezen en daarbij het joodse lezen en denken verdisconteren. In ons achterhoofd blijft dan toch wel de vraag meespelen: heeft Jezus dan helemaal niets met de
tekst van Jesaja 53 te maken? Dat gaan we proberen te ontdekken, lezend met rabbijnse bril op. Boeiend
( niet v e r m o e i e n d!) om mee aan de slag te gaan op 1 april. Welkom om 10.30u in Het Dorpshuis.
Wim van der Kooij (tel. 06-47966127)