Familie-ruzies…
De vorige keer even een uitstap naar Markus, maar nu toch weer terug naar Genesis. In hoofdstuk 25 komen we twee ruziënde broers tegen. Al in de baarmoeder gaan ze flink tegen elkaar te keer, volgens de Bijbelschrijver… Dat gaat wat worden, met die twee! 
En als ze dan geboren worden, blijkt het niet zo gek dat ze botsten, want ze zijn nogal verschillend…! Niet alleen uiterlijk, maar ook innerlijk. Wat een verschillen zijn er soms in één gezin! Dat kan voor heel wat problemen zorgen. En dat doet het dan ook bij vader Izaäk en moeder Rebekka. Het trieste is dat ze allebei een duidelijke voorkeurszoon hebben. Rebekka heeft meer met de zachtmoedige Jakob en Izaäk meer met branieschopper Ezau. Bepaald niet pedagogisch verantwoord, om als ouders zou met je kinderen om te gaan. Het zal dan ook niet hebben bijgedragen aan een goede band tussen de broers. 
Tijdens de zwangerschap had Rebekka gehoord dat de jongens later uit elkaar zouden groeien. Sterker nog; dat de één de ander later zou dienen. Als je zoiets leest dan lijkt het bijna alsof er een soort vloek op deze tweeling rustte. Want, had dat niet anders gekund? Als de ouders nou eens de dingen anders aangepakt zijn? In welke mate zijn we een product van onze opvoeding? Hoe vrij zijn wij mensen eigenlijk, juist ook als het over de groei en ontwikkeling van ons karakter gaat? Familie-trekjes? Onbetaalde rekeningen van ouders? 
Als de grote achter-achter-achter-… kleinzoon uit deze familie van ruziënde broers later ‘bevrijder’ genoemd wordt, hou ik graag voor ogen dat die ‘bevrijding’ óók gaat over de vrijheid die je hebt om schoon schip te maken. Los van welke familiepatronen jij en ik dan ook mee te maken hebben. Er is een nieuw begin mogelijk. Altijd.

Ga naar de inhoud